Martijn for president? 😉

Gepubliceerd: 8 december 2016

Door: Martijn Aslander

Categoriën: Politiek

Deel dit bericht:

Tegenwoordig vind je mijn wekelijkse portie belevenissen, inzichten, mijmeringen én handige tips op World Hey bekijk hier de laatste of schrijf je hieronder ↓ eenvoudig in en je ontvangt ze in je inbox.


Om de haverklap wordt mij gevraagd waarom ik niet in de politiek ga. Blijkbaar hebben de mensen behoefte aan visie en originele oplossingen, en denken ze in mij iemand te vinden die iets zou kunnen toevoegen in de politieke arena.
Half-grappend roep ik dan steevast hetzelfde: “Ik kén persoonlijk best veel politici, aan alle kanten van het politieke spectrum. Het zijn stuk voor stuk leuke, boeiende, hardwerkende, gepassioneerde mensen met hart voor de goede zaak. De pest is alleen, dat als je meerdere politici bij elkaar zet, je er ineens eigenlijk weinig mee kunt.”En dan lachen ze in de zaal. Terwijl het eigenlijk best treurig is wat ik vertel. Omdat ik vrees dat het waarder is dan me lief is.

Ik kom op bijna alle plekken in de samenleving, zeker in Nederland. Mijn publiek is heel divers: van bijstandsmoeders tot hackers, van vakbondsmensen tot secretarissen-generaal, van horecamensen tot politieagenten, van bankiers tot luchtmachtofficieren. Maar ik treed eigenlijk nauwelijks op voor politici. Ik word wel eens benaderd door politieke partijen, en ik geef her en der  wel eens wat advies, maar het is op de ene of andere manier niet de plek waar ik moet zijn.
Omdat in de politiek, meer dan waar ook, de angst regeert, en dan met name de angst voor de media. (En als je dat doortrekt, de angst om hun eigen carrière.)

Als ik er op een afstandje naar kijk, dan gaat de politiek over drie dingen. Wet- en regelgeving (bijna altijd te laat of niet effectief in deze steeds sneller veranderende samenleving), beleid (vaak gemaakt door mensen op afstand van de werkelijkheid; in elk geval niet snel genoeg aanpasbaar als er nieuwe inzichten zijn) en geld(altijd gedoe; het verkrijgen, het verdelen, het uitgeven en de controle erop).

Ik ben ervan overtuigd dat de broodnodige vernieuwingen in deze samenleving niet uit de politiek zullen komen. En wellicht moeten we het huidige bestel aanpassen. Het heeft zijn oorsprong in een tijdperk dat het nog duur en omslachtig was om massaal het volk te raadplegen. Maar het internet gaat natuurlijk veel sneller dan een trekschuit. De huidige representatieve democratie mag wat mij betreft flink op de schop. Net als het huis van Thorbecke. Maar in tegenstelling wat ik populisten hoor roepen, namelijk dat we de provincies moeten afschaffen, pleit ik voor het afschaffen van ministeries. Ik denk dat de schaal van de regio, de werkbare schaal is die we nodig hebben. Een schaal waarin mensen elkaar nog genoeg kennen om te voelen en snappen wat er speelt. Op landsniveau laat je wat er nu op ministeries gebeurt over aan slim functionerende uitvoeringsorganisaties, die gericht zijn op dingen fiksen, door transparante trial & error, en door het volk (daar zitten nu eenmaal veel knappe koppen tussen en mafkezen met goede ideeën) te betrekken in de uitvoer. Scheelt een hoop geld bovendien.

Wat de democratie betreft juich ik bindende referenda enorm toe. En als blijkt dat dat allemaal nog te ingewikkeld is, vanwege allerlei sentimenten, dan kunnen we altijd nog een extra veiligheidsklep inbouwen (wat niet hetzelfde is als alles bij het oude laten).

Ik heb trouwens ooit zelf een poging gedaan een politieke partij op te richten. In 2003, in het jaar dat het 150 jaar geleden was dat Vincent Van Gogh geboren was. En omdat de beste man eens een blauwe maandag in Drenthe was geweest, werden er miljoenen uitgegeven om dat flink onder de aandacht te brengen in de hoop drommen buitenlandse toeristen naar Drenthe te trekken.

Ik woonde destijds in Drenthe en had veel te maken met de toerisme en recreatiesector,  en bedacht in een enthousiaste bui een politieke partij, voor de sociaal economische belangen van het toerisme in Drenthe. Lijst van Gogh was geboren. Met een dijk van een slogan (al zeg ik het zelf): Naait je geen oor aan.

Binnen een week werd ik uitgenodigd voor het programma Buitenhof. Dat was schrikken. Het was namelijk eigenlijk maar een grap. Een stunt. De bedoeling was 1 zetel. Om het niet uit de hand te laten lopen heb ik het plan een stille dood sterven.

Het lijkt er bizar veel op dat in Amerika een dergelijke PR stunt wel uit de hand is gelopen.
Trump is president.
En wat ik daarvan moet maken weet ik nog niet.
Misschien loopt het wel los. Dat hoop ik dan maar. Misschien is een outsider in het witte huis precies wat Amerika nu nodig heeft. Outsider Reagan heeft destijds met Gorbatsjov de koude oorlog beëindigd.
Trump is maf maar niet dom. Evengoed is het niet ondenkbaar dat hij nog tijdens zijn termijn aangeklaagd wordt. We zullen het zien.
Hoe dan ook: elk land krijgt de leider die het verdient. Daar kunnen we een hoop van vinden, maar dat is nu eenmaal het systeem waar we in zitten.

En daags nadat ik dit verhaal over mijn kijk op politiek had geschreven, bereikte mij het nieuws over de politieke plannen van GeenPeil.

Een radicale manier om de hegemonie van de heersende partijen te doorbreken met niet de zoveelste splinterpartij, maar een wérkelijk andere aanpak om zwermen te mobiliseren om  hun stem uit te brengen.
Dat een dierbare expert als Brenno de Winter zich hieraan heeft verbonden stelt me erg gerust en als ik kijk naar het integere betoog van Bart Nijman en de manier waarop lijsttrekker Jan Dijkgraaf erover praat, verwacht ik geen politiek spektakel en vuurwerk, maar een gedegen experiment.
Of het een goed idee is zal de tijd leren, maar ik juich het experiment toe. Te meer omdat ik weinig visie en daadkracht vind bij de rest van het partijenaanbod. Ik ben acuut lid geworden in elk geval.

 

Lees ook even het blog dat Erwin Witteveen erover schreef op de Easycratiewebsite. En klik dan even door naar deze lijst met de meest gestelde vragen: https://geenpeil.nl/standpunten/