Een uur, 20 minuten of een kwartier: het maakt verschil

Gepubliceerd: 27 augustus 2015

Door: Martijn Aslander

Categoriën: Lezingen

Deel dit bericht:

Tegenwoordig vind je mijn wekelijkse portie belevenissen, inzichten, mijmeringen én handige tips op World Hey bekijk hier de laatste of schrijf je hieronder ↓ eenvoudig in en je ontvangt ze in je inbox.

Ik ken iemand, een collega-spreker, die in zijn boekingsvoorwaarden heeft staan: ‘Hoe langer ik mag praten, hoe goedkoper het wordt.’

Ik snap dat wel. Het is namelijk hartstikke moeilijk om in korte tijd je verhaal duidelijk te maken en alle implicaties te duiden.

Soms zeggen mensen bij een aanvraag: ‘Maar we willen gewoon even geïnspireerd worden!’
Ja, hallo! Ik ben geen inspiratie-machine! Inspiratie gebeurt of gebeurt niet, maar hangt altijd samen met de inhoud van mijn verhaal.
(Inspirator is sowieso een van de laatste namen die ik mezelf zou geven, net als coach of guru. Of entertainer. Ik ben Gerard Joling niet! Ook al word ik best vaak topper genoemd. Enfin.)

Nou wil het geval dat ik laatst toch ja heb gezegd tegen accountantskantoor Baker Tilly Berk, om een ondernemerscollege te geven van 20 minuten. In een tv studio.
Ik mopper altijd een beetje als ik maar 20 minuten krijg. Maar blijkbaar was er toch iets dat me prikkelde.

Eenmaal op locatie bleek dat ik niet 20 minuten, maar slechts een kwartier spreektijd had. Ik heb echt even binnensmonds staan vloeken. Een verhaal van 20 minuten terugbrengen tot een kwartier is namelijk helemaal niet simpel, als je mensen niet alleen maar even wilt wakker schoppen, maar ook nog graag wat bagage en richting mee wil geven.
Maar goed.
Het werd toch leuk:  ik kwam bekenden tegen als Jeroen Busscher,Ronni Overgoor en Rutger van Zuidam, en ik was achteraf eerlijk gezegd stomverbaasd over het eindresultaat.
En niet alleen ik, ook vele anderen lieten me, nadat ik het filmpje had gedeeld op de sociale media, weten dat het een van de beste dingen die ze van me gezien hebben. (Lees hier bijvoorbeeld wat Maartje erover mijmert.)
Dat heb ik weer. 🙂